Ons hele lichaam wordt gestuurd door hormonen. We maken ze met onze klieren zelf aan, ze zetten onze organen in werking of remmen ze juist af. Het zijn chemische boodschappers die onze vruchtbaarheid, stofwisseling en zelfs onze stemming beïnvloeden. Daarom hier een kleine verkenning van onze hormoonhuis-houding door de jaren heen.
Hormonen: 0 tot 10 jaar
In elke levensfase spelen hormonen een grote rol in ons leven; al vanaf het prille begin. Normaal gesproken regelt onder meer het groeihormoon, ook wel somatotropine genoemd, je groei vanzelf. Het wordt aangemaakt in je hersenen, waarbij de zogeheten hypofyseklier, die ongeveer middenin je hoofd zit, een regelende rol speelt. Hoeveel je van het groeihormoon aanmaakt, hangt van je ouders af. Zijn die lang, dan zul je waarschijnlijk groot worden, maar zijn je ouders klein, dan is de kans dat jij wel lang wordt klein. Als volwassene later heb je overigens nog steeds de juiste dosis groeihormoon nodig om je gezond te voelen.
Hormonen: 10 tot 18 jaar
De puberteit betekent een stortvloed van hormonen. Meisjes kunnen hier tussen hun negende en hun veertiende op rekenen, jongens tussen hun elfde en hun zeventiende. Bij meisjes verandert er van alles aan hun lichaam dankzij estradiol, het vrouwelijk geslachtshormoon dat zorgt voor de groei van de borsten en de ontwikkeling van de baarmoeder. Jongens maken het mannelijke geslachtshormoon testosteron aan én een kleine mate van estradiol. Bij beiden zet, dankzij de aanmaak van vrouwelijke hormonen, de groeispurt in. Vandaar dat de veranderingen eerder bij meisjes beginnen. Helaas gaat deze belangrijke overgangsperiode in je leven ook vaak gepaard met pukkels en stemmingswisselingen – ook het gevolg van die hogedrukpan vol hormonen. Krijg je al voor je achtste schaamhaar of beginnen er geslachtsdelen te groeien die later pas aan de beurt zijn, dan ben je te vroeg in je puberteit terecht gekomen. Dat hoeft niet erg te zijn, maar de dokter kan besluiten dat het goed is er iets aan te doen – met hormonen. Meer over puberhormonen
Hormonen: 18 tot 45 jaar
Je bent tussen de 18 en de 45 en in de bloei van je leven. Alles moet in evenwicht zijn in je hormoonhuishouding. Het is tijd voor liefde, carrière en voortplanting. Vooral dit laatste kan de boel flink op zijn kop zetten. Vrouwen kunnen door die hormonen misselijk, huilerig of juist euforisch worden. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat ook jonge vaders last hebben van hormoonschommelingen. Als je partner zwanger is, produceer je als man twintig procent meer prolactine en oestradiol, waardoor je ook een beetje nesteldrang krijgt. En je maakt een derde minder testosteron aan, wat je minder agressief maakt en de zin in seks af doet nemen. Deze hormonen spelen een rol bij de zwangerschap
Hormonen: na je 45e
Ouderdom komt met gebreken – en vele daarvan worden veroorzaakt door de veranderingen in ons hormoonstelsel. Voor sommigen betekent dit de fase van rust en bezinning – voor anderen van verval en het naderende einde. Hoe je er ook tegenaan kijkt of het ondergaat, de hormonen laten het op latere leeftijd behoorlijk afweten. Vanaf je 45e maak je als vrouw steeds minder oestrogeen en testosteron aan en dat kan leiden tot een groot scala aan klachten, van haaruitval tot opvliegers en van pijnlijke gewrichten tot depressies; de beruchte menopauze. Meer over de menopauze
Ook mannen kunnen rond hun 50e last krijgen van klachten als minder zin in seks, prikkelbaarheid en soms zelfs opvliegers. Toch is ‘penopauze’ geen goede benaming voor deze periode in een mannenleven. Want in tegenstelling tot bij vrouwen, treedt bij mannen niet een heel sterke afname van het geslachtshormoon op. En wetenschappelijk is niet aangetoond dat de klachten een gevolg zijn van het verminderde testosteron. Meer over de ‘penopauze‘
Testosteron-weetjes
Hormoontherapie en fyto-oestrogenen tegen overgangsklachten